Een bedrijventerrein waar het schoon is, loopt beter. Medewerkers vinden sneller hun weg, klanten zien een nette omgeving en je houdt grip op kosten. Afvalcontainers spelen daarin een grotere rol dan je denkt. Toch gaat het vaak mis in de praktische uitvoering: van te volle containers tot slecht geplaatste bakken. Hieronder lees je de vijf fouten die we het meest zien, plus concrete tips om ze te voorkomen.

1. Te weinig of te kleine containers

Overvolle containers zorgen voor rommel, extra ledigingen en ongedierte. Bovendien loop je kans dat de chauffeur het afval niet meeneemt als de klep niet dicht kan. Bedrijven kiezen vaak op gevoel voor een formaat, terwijl het daadwerkelijke volume per week flink kan schommelen door piekdrukte, projectwerk of seizoenen.

Zo pak je het aan

Meet een paar weken wat er echt vrijkomt. Een simpele vuistregel: zit je structureel boven 80% vulling, dan is het tijd voor een groter formaat of een extra container. Kijk ook naar de ledigingsfrequentie. Soms is één extra lediging per week goedkoper dan telkens bijplaatsen van losse zakken of ritten buiten contract.

2. Verkeerde scheiding van afvalstromen

Papier bij restafval, PMD in het karton: het lijkt onschuldig, maar het drijft de kosten op en leidt tot afkeur. Verwerkers rekenen bij vervuilde stromen hogere tarieven. Daarbij mis je kansen om grondstoffen terug te winnen en voldoe je mogelijk niet aan interne of gemeentelijke afspraken.

Zo pak je het aan

Zorg voor heldere containerstickers, pictogrammen en kleurcodering die overal hetzelfde is. Geef teams een korte uitleg bij start van een project of ploegwissel en plan af en toe een controle op de inhoud. Hoe beter jullie scheiden, hoe lager de kosten van afvalverwerking en hoe netter het terrein blijft.

3. Containers op onhandige plekken

Een container die te ver van de werkplek staat, wordt minder gebruikt. Gevolg: afval belandt naast de dichtstbijzijnde bak of alles gaat op de restafvalcontainer. Ook zien we vaak dat containers de logistiek in de weg staan of dat de vuilniswagen er niet bij kan door geparkeerde voertuigen.

Praktische plaatsingstips

Plaats containers dicht bij de plek waar de stroom ontstaat: karton bij de goederenontvangst, PMD bij de kantine, restafval bij de werkvloer. Kies een stevige, vlakke ondergrond en houd minimaal een meter vrije ruimte rondom. Controleer of de chauffeur er met de kraakperswagen bij kan, zonder dat er auto’s of pallets in de weg staan. Denk tot slot aan de wind: een open vak voor karton waait sneller vol over het terrein dan een container met klep.

4. Geen duidelijke eigenaar en geen afspraken

Zonder afspraken is niemand verantwoordelijk. Kleppen blijven open, het terrein raakt vol met bijplaatsingen en meldingen van schade verdwijnen in de mailbox. Dit kost tijd en geld, en het frustreert teams die wel hun best doen.

Maak het concreet

  • Wijs één beheerder aan per locatie of afdeling.
  • Leg vast wie bestellingen en wijzigingen aanvraagt en via welke leverancier.
  • Spreek af hoe vaak de vulling wordt gecontroleerd (bijvoorbeeld bij het afsluiten van de dagdienst).
  • Noteer wie schades, vermissingen of storingen meldt en binnen welke termijn dat gebeurt.

Een korte procedure op één A4, gedeeld met magazijn, receptie en facilitair, voorkomt gedoe. Voeg er meteen de contactgegevens van de afvalpartner aan toe en zet een check in het schoonmaak- of openingsoverzicht.

5. Niet meebewegen met groei en seizoenen

Bedrijvigheid verandert. Nieuwe klanten, projectpieken of een verhuizing zorgen voor andere afvalstromen. Veel bedrijven wachten te lang met opschalen of wisselen van containerformaat, met volle bakken en extra ritkosten als gevolg.

Zo blijf je flexibel

Kijk eens per maand naar de vulgraad en naar meldingen over bijplaatsingen. Groeit de output, pas dan het formaat of de frequentie direct aan. Werk je met projecten of seizoenen, plan alvast extra capaciteit in voor drukke weken. Voor tijdelijke extra ruimte kun je eenvoudig een rolcontainer huren op Bedrijfsafval.nl: zo voorkom je dat het terrein in no-time volstroomt met losse bundels en zakken.

Bonus: kleine tweaks met groot effect

Met een paar simpele aanpassingen maak je het jezelf makkelijk. Zet bij elke container een pers, banderolleerapparaat of kartonmes zodat dozen plat gaan. Hang bij de kantine een korte poster met wat wel en niet in PMD mag. Gebruik afsluitbare containers bij horeca of voedselverwerking om mee-eters te ontmoedigen. En kies duidelijke interne namen voor locaties: “Karton – Laadkuil Noord” is voor iedereen begrijpelijker dan “container 3”.

Aan de slag op jouw terrein

Begin met een korte ronde over het terrein: klopt de plek, het formaat en de sticker per container? Wie is verantwoordelijk en hoe snel kun je aanpassen als het drukker wordt? Met die vragen in je achterhoofd voorkom je de vijf fouten hierboven en houd je het bedrijventerrein netjes, veilig en betaalbaar. Kleine keuzes bij de containers schelen uiteindelijk veel tijd en geld in de dagelijkse operatie.